Tekst en fotografie: Remco
Duurzaamheid wordt al lang niet meer gezien als exclusieve
hobby van een select groepje groene ridders met geitenwollensokken. Nu doen
zich echter nieuwe (imago)problemen voor. Zo is de term duurzaamheid verworden
tot een containerbegrip. Je hoort en leest het te pas en te onpas. Zo zijn
mensen zelfs al duurzaam gelukkig. Het gevolg? Niemand weet nog exact wat duurzaamheid
is of waar het voor staat. Iedere consument geeft er bovendien zijn eigen draai
aan. Zo wordt er in relatie tot duurzaamheid gesproken over people en planet. Uit onderzoek is gebleken dat sommige consumenten meer
belang hechten aan planet gerelateerde zaken als energiebesparing of minder CO2
uitstoot. Anderen denken bij duurzaamheid juist aan people gerelateerde
aspecten zoals goede arbeidsomstandigheden, fairtrade
of bestrijding van armoede.
Waar een klein land
groot in kan zijn
En dan is er de categorie, waaronder ik mijzelf schaar, die
bij duurzaamheid sterk focust op de intensieve veehouderij, een industrie die
in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Om maar
te zwijgen van de in mijn ogen immorele wijze waarop deze industrie met dieren
omgaat. En wat te denken van de bodemverontreiniging waar de intensieve
veehouderij verantwoordelijk voor is? Zo beschikt Nederland met dank aan deze
industrie over de slechtste bodemgesteldheid van Europa. Waar een klein land
groot in kan zijn…
Mijn mantra luidt niet voor niets: spreken over duurzaamheid
onder het genot van vlees, vis (indien het huidige visconsumptie patroon zich
voortzet, zijn over zo’n 30 jaar de oceanen leeggevist) en zuivel, is een
wassen neus.
Greenwashing
Hoe dan ook, het geeft maar aan dat bedrijven die willen
communiceren over hun activiteiten op dit gebied er verstandig aan doen zich
goed te verdiepen in hun doelgroep, de juiste thema’s aan te snijden en vooral
ook eerlijk te zijn. Greenwashing,
jokken over groen doen, is, zeker in het hedendaagse, gedigitaliseerde landschap,
echt uit den boze. Daar prikt de moderne, kritische consument moeiteloos
doorheen.
Steeds wantrouwiger
Daar komt een nieuwe trend bij; de consument is steeds
wantrouwiger ten aanzien van claims van duurzaamheid. Vijf jaar geleden had 30%
van de Nederlanders geen vertrouwen in duurzame claims. Inmiddels is dat bijna
40%. Jeroen Meijering, strategisch marketing adviseur duurzaamheid bij het op
dit vlak toonaangevende marketing bureau b-open,
adviseerde recentelijk zelfs om het woord duurzaam om die reden helemaal niet
meer te gebruiken. ‘Vermijd het d-woord.’ *Van hot naar not*
Ook andere experts raden het gebruik van het d-woord af. Duurzaam
is als gezegd zó algemeen dat het een leeg begrip is geworden.
Duurzaamheid is
strategie
Bedrijven kunnen duurzaamheid bovendien op verschillende
manieren benaderen. Ten eerste omdat de overheid of een NGO hen dwingt duurzaam
te handelen en zij anders een opdracht niet verkrijgen. De tweede omdat het
bijvoorbeeld een subsidie of belastingverlaging oplevert. Dus ingegeven door
een economisch voordeel. De derde, en naar mijn bescheiden mening dé enige echt
juiste benadering, is om het in de gehele strategie en organisatie te
integreren. Nog een stap verder is te zeggen: ik vertaal het niet in een
strategie, het is mijn strategie.
Concreet en tastbaar
De vraag die zich vervolgens aandient: hoe dan? Mijn advies
zou zijn; vermijd kreten als duurzaam en maatschappelijk verantwoord maar maak
als bedrijf jouw rol echt concreet en tastbaar. Laat het zien en horen. Dat voorkomt
niet alleen dat jouw activiteit “in de container belandt”, maar zo blijf je als
onderneming ook weg bij windowdressing.
Want ook daar prikt de moderne, kritische consument moeiteloos doorheen.
Goed stuk Remco! Inderdaad, geen loze woorden maar concrete daden! :)
BeantwoordenVerwijderen