vrijdag 14 februari 2014

Wat is dat toch met slapen….

Wat is dat toch met slapen, vroeg mijn oudste zoon zich gisteravond hardop af toen ik hem rond half elf naar zijn kamer stuurde. Ik wist meteen wat hij bedoelde, want ja, wat is dat toch met slapen? ’s Avonds willen we niet en ’s morgens willen we nog veel langer.

Het merendeel van de doordeweekse ochtenden word ik vlak voor het afgaan van de wekker wakker. Zo rond tien over zes gaat mijn ingebouwde klok af en werp ik een wanhopige blik op mijn digitale wekker. Want ik weet dat ik kan kiezen uit twee kwaden: nog drie minuten mijn ogen dicht doen en afgestraft worden door het snerpende geluid van de wekker of NU opstaan. Natuurlijk wil ik doorslapen, maar dan veel langer dan die veel te korte drie minuten die de wekker me nog geeft. Meestal kies ik dus zuchtend voor de tweede optie om de terreur van het alarm voor te zijn en sta ik op. Mezelf plechtig belovend dat ik die avond echt, echt, echt heel vroeg naar bed ga. Niet later dan half tien, spreek ik elke ochtend met mezelf af. Deze gedachte geeft me voldoende moed om de ochtendstrijd met twee pubers, een hond en een kat aan te gaan. Die overigens alle vier nog in diepe rust zijn, zij wel...



Soms zijn er ochtenden en dan weet ik dat ik die avond niet vroeg naar bed kan.  Omdat er iets gepland staat, een afspraak met een vriend of vriendin, een bezoek aan het theater. Die ochtenden zijn het ergst. Alleen al de wetenschap dat ik niet eens de uitweg heb van een vroege avond in bed, is voldoende om een enorm ochtendhumeur te kweken.

Mijn plan om ’s avonds om half tien naar bed te gaan, begint overigens al wat af te nemen na mijn eerste kop koffie. Halverwege de dag maak ik zelfs al voorzichtig plannen om die avond wat leuks buiten de deur te gaan doen, visite te ontvangen of iets op tv te gaan kijken.

Na het avondeten is er niets meer over van mijn voornemen om vroeg mijn bed in te duiken. Sterker nog, heb ik die avond een leuk uitstapje in het verschiet, dan krijg ik daar een enorm goed humeur van. Blijf ik thuis, dan is de afstandsbediening van de tv pas rond half elf echt van mij. En tegen die tijd smaakt een wijntje ook wel, staat er meestal nog een telefoongesprek met partnerlief op de rol en moeten er een paar bladzijden in een boek gelezen worden. Werp ik tussendoor een blik op de klok, dan denk ik hooguit: Oh, het is pas kwart over elf. Van lekker vroeg gaan slapen is in de verste verte geen sprake meer.

Meestal sluit ik na twaalven mijn ogen. Soms onder een soort van inwendig protest, want ik ben toch nog helemaal niet moe en de nacht lijkt zich nog eindeloos voor me uit te strekken. Maar niet veel later, zo rond tien over zes, gaat mijn ingebouwde klok af en kan ik kiezen uit twee kwaden….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten