donderdag 19 december 2013

Over eten en verschillen en over verschillend eten

Door: Lida

“Eet jij nog steeds geen vlees? Ook geen vis? En kip?” Zeker nu de feestdagen weer voor de deur staan, moet ik als vegetariër dit soort vragen maar al te vaak beantwoorden.
Overigens werd ik niet zomaar vegetariër. Daar ging een stuk bewustwording aan vooraf. Ik voerde gesprekken, luisterde naar mensen die mij hierin voorgingen, las informatie en keek naar beelden. Daarna was de beslissing verrassend eenvoudig. Voor mij geen vis of vlees meer en zuivel vermijd ik. Spijt heb ik daar nog geen moment van gehad. Qua eten ging er voor mij een nieuwe, verrassende en vooral smakelijke wereld open.

Toch kan in mijn omgeving nog steeds niet iedereen aan mijn manier van leven wennen. Veel mensen hebben bepaalde vooroordelen. Niet alleen over vegetariërs, maar over mensen die anders in het leven staan dan zijzelf. Vooroordelen die overigens vaak voortkomen uit onwetendheid.




Vooroordelen
Ook ik dacht vroeger dat vegetariërs bij voorkeur in zelfgebreide truien liepen. Hun voeten gestoken in geitenwollen sokken die op hun beurt weer gehuld waren in sandalen. Van nep-leer of van touw, uiteraard. Daarnaast reden vegetariërs op oude fietsen en woonden ze in een kraakpand. En ze zagen er allemaal bleek uit. Want geen vis of vlees, dat kon niet gezond zijn. Ben ik nog een vooroordeel vergeten? Gelukkig weet ik inmiddels beter.

Verschillen
Natuurlijk gaan niet alleen vegetariërs anders met hun voedsel om. Steeds meer mensen worden bewuster van dat wat ze eten of drinken. Ze eten lactose- en glutenvrij, schrappen koolhydraten van hun menu, zijn veganist, koken hun voeding niet of eten uitsluitend voedingsmiddelen met het predikaat halal of koosjer. Iedereen heeft daarvoor zo zijn of haar eigen redenen of (geloofs)overtuiging.

Zonder en met
Recent nodigde een vriendin mij voor het eten uit. Vanwege haar gezondheid volgt zij, met positief resultaat, het Paleo-dieet. Voor haar dus onder andere geen lactose, gluten of groenten van de nachtschadefamilie. Maar wel vlees en vis. Met veel enthousiasme had zij een overheerlijke driegangenmaaltijd bereid. Zonder ‘van-alles-en-nog-wat’ maar mèt heel veel andere smakelijke ingrediënten. Haar uitgangspunt: “Wat hebben we gemeenschappelijk?”

Bewust
Dat uitgangspunt, zou ik zo graag willen benadrukken. Maar al te vaak merk ik dat mensen die bewust met hun voeding omgaan, het nodig vinden om anderen op de vingers te tikken. En dat vind ik jammer. Want waarom kijken we niet naar onze overeenkomsten?

Overeenkomsten
Is dat niet waar het altijd om draait? We kijken teveel naar de verschillen, niet naar onze overeenkomsten. We voerden en voeren er bloedige oorlogen om, gingen en gaan heftige discussies aan, probeerden en proberen die ander te overtuigen van ons gelijk. Laten we dat gewoon niet meer doen. Laten we vanaf nu vooral kijken naar wat we met elkaar gemeen hebben. Net zoals mijn vriendin dat deed toen ze mij te eten vroeg en een maaltijd bereidde die zonder meer the best of both worlds was. Smaakvolle Kerstdagen!

vrijdag 13 december 2013

Duurzaam: van hot naar not - 'Vermijd het d-woord'

Tekst en fotografie: Remco

Duurzaamheid wordt al lang niet meer gezien als exclusieve hobby van een select groepje groene ridders met geitenwollensokken. Nu doen zich echter nieuwe (imago)problemen voor. Zo is de term duurzaamheid verworden tot een containerbegrip. Je hoort en leest het te pas en te onpas. Zo zijn mensen zelfs al duurzaam gelukkig. Het gevolg? Niemand weet nog exact wat duurzaamheid is of waar het voor staat. Iedere consument geeft er bovendien zijn eigen draai aan. Zo wordt er in relatie tot duurzaamheid gesproken over people en planet. Uit onderzoek is gebleken dat sommige consumenten meer belang hechten aan planet gerelateerde zaken als energiebesparing of minder CO2 uitstoot. Anderen denken bij duurzaamheid juist aan people gerelateerde aspecten zoals goede arbeidsomstandigheden, fairtrade of bestrijding van armoede.

Waar een klein land groot in kan zijn
En dan is er de categorie, waaronder ik mijzelf schaar, die bij duurzaamheid sterk focust op de intensieve veehouderij, een industrie die in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Om maar te zwijgen van de in mijn ogen immorele wijze waarop deze industrie met dieren omgaat. En wat te denken van de bodemverontreiniging waar de intensieve veehouderij verantwoordelijk voor is? Zo beschikt Nederland met dank aan deze industrie over de slechtste bodemgesteldheid van Europa. Waar een klein land groot in kan zijn…
Mijn mantra luidt niet voor niets: spreken over duurzaamheid onder het genot van vlees, vis (indien het huidige visconsumptie patroon zich voortzet, zijn over zo’n 30 jaar de oceanen leeggevist) en zuivel, is een wassen neus.

Greenwashing
Hoe dan ook, het geeft maar aan dat bedrijven die willen communiceren over hun activiteiten op dit gebied er verstandig aan doen zich goed te verdiepen in hun doelgroep, de juiste thema’s aan te snijden en vooral ook eerlijk te zijn. Greenwashing, jokken over groen doen, is, zeker in het hedendaagse, gedigitaliseerde landschap, echt uit den boze. Daar prikt de moderne, kritische consument moeiteloos doorheen.



Steeds wantrouwiger
Daar komt een nieuwe trend bij; de consument is steeds wantrouwiger ten aanzien van claims van duurzaamheid. Vijf jaar geleden had 30% van de Nederlanders geen vertrouwen in duurzame claims. Inmiddels is dat bijna 40%. Jeroen Meijering, strategisch marketing adviseur duurzaamheid bij het op dit vlak toonaangevende marketing bureau b-open, adviseerde recentelijk zelfs om het woord duurzaam om die reden helemaal niet meer te gebruiken. ‘Vermijd het d-woord.’ *Van hot naar not*
Ook andere experts raden het gebruik van het d-woord af. Duurzaam is als gezegd zó algemeen dat het een leeg begrip is geworden.

Duurzaamheid is strategie
Bedrijven kunnen duurzaamheid bovendien op verschillende manieren benaderen. Ten eerste omdat de overheid of een NGO hen dwingt duurzaam te handelen en zij anders een opdracht niet verkrijgen. De tweede omdat het bijvoorbeeld een subsidie of belastingverlaging oplevert. Dus ingegeven door een economisch voordeel. De derde, en naar mijn bescheiden mening dé enige echt juiste benadering, is om het in de gehele strategie en organisatie te integreren. Nog een stap verder is te zeggen: ik vertaal het niet in een strategie, het is mijn strategie.

Concreet en tastbaar

De vraag die zich vervolgens aandient: hoe dan? Mijn advies zou zijn; vermijd kreten als duurzaam en maatschappelijk verantwoord maar maak als bedrijf jouw rol echt concreet en tastbaar. Laat het zien en horen. Dat voorkomt niet alleen dat jouw activiteit “in de container belandt”, maar zo blijf je als onderneming ook weg bij windowdressing. Want ook daar prikt de moderne, kritische consument moeiteloos doorheen.    

vrijdag 6 december 2013

‘Als ik er een cijfer voor moest geven…’

Door: Conny

Een historische uitspraak… Een tijdje terug, ontving ik een mail. Of we geïnteresseerd waren contact op te nemen met mijnheer X (zo zullen we hem maar noemen). Hij had een notuliste nodig die tijdens een bijeenkomst alles wat werd gezegd ter plekke en live, zou uittypen. De voertaal was Engels. 

Tja, dat is niet echt onze core business. Maar mijn collega Lida had al snel zoiets van ‘Joh, dat doe ik wel.’ Ik zag de uitdaging ook wel zitten en had er alle vertrouwen in dat Lida
de klus zou kunnen klaren. We maakten een afspraak en op een vrijdagmorgen gingen de dames op pad richting onze potentiële cliënt. We arriveerden bij een saai verzamelgebouw waar ergens op de tweede verdieping het kantoor van mijnheer X was gesitueerd. Toen we daar binnenkwamen, hadden we het gevoel minimaal 50 jaar terug in de tijd te stappen. Het eerste wat we zagen was een manshoge staande eikenhouten klok met koperen klepel. We werden in een kamertje geparkeerd en konden alleen maar in stille verbazing om ons heen kijken. Het bestaat nog steeds, niks strak en modern. Statig en vooral stoffig. 


Intensief
Stoffig was ook de juiste omschrijving van mijnheer X. Hij deed zijn verhaal en vertelde
wat er van ons werd verwacht. Het zou een bijzonder intensieve opdracht worden van vijf of zes achtereenvolgende werkdagen. Alles moest ter plekke worden uitgetypt. Lida verblikte of verbloosde niet. Ik ook niet, want we zijn sterke, dappere meiden. Maar de lat lag hoog. 


Tevreden
We kwamen er ook met de prijs uit. Dus, mijnheer X tevreden, wij tevreden. Maar dat was nog niet alles… Vervolgens sprak meneer X de magische woorden: ‘Zullen we dan nu even een testje uitvoeren?’ Lida en ik keken elkaar even aan. Vervolgens zei ze met een stalen gezicht: ‘Dat is prima.’ Mijnheer X: ‘Dan moeten we wel even naar een kamertje apart.’ Ik piepte er nog uit: ‘Ik wacht hier wel hoor!’. 

Een 10!
En daar gingen ze… Geen idee waar ze samen naar toe zijn gegaan en wat er in dat kamertje precies is gebeurd... Zo’n tien minuten later kwamen ze weer terug. Brede smile bij Lida, uiterst tevreden gezicht van mijnheer X. Hij ging zitten en sprak de magische woorden: ‘Als ik er een cijfer voor zou moeten geven… dan gaf ik een… 10!’

*We vertellen dit verhaal graag en met veel plezier. Wat er daadwerkelijk in het kamertje heeft plaatsgevonden, hebben we altijd verzwegen. Hier de onthulling, de waarheid is namelijk veel minder spannend dan het verhaal hierboven doet vermoeden. Lida werd getest op haar Engelse taal en haar typesnelheid. All went well.*

vrijdag 29 november 2013

Grrrrr.

Door: Lida

De afzender sloot de mail aan mij af met Gr. Oftewel: ‘Ik heb nu lang genoeg tijd en energie aan je besteed.’  Blijkbaar vindt deze afzender het niet de moeite waard om ook de letters Met vriendelijke ..oeten aan mij te spenderen. Dat vind ik jammer, want ik ben best heel leuk.

Ook mijn beide zoons sluiten hun Wapjes (afkorting voor What’s App Messages) of SMS-jes (afkorting voor Short Message Service) waarmee ze alvast hun onvoldoende voor Frans aankondigen, meestal af met Hvj. Of bij een hele erge onvoldoende met het jolige Lafjoe. Dat begrijp ik. Het zijn pubers. Die willen geen seconde langer dan nodig is aan hun ouders besteden.

Dat mensen absoluut onleesbare Twitterberichtjes schrijven met hashtags en bitly’s, begrijp ik ook. Hoe moet je anders je belangrijke boodschap in 140 tekens kwijt? Ik begrijp zelfs dat mensen hun berichtjes op Facebook proberen aan te sterken of af te zwakken door er een koddige smiley achter te plaatsen. Zo’n gezichtje zegt soms nu eenmaal meer dan een hele rij woorden.

Maar waarom zouden we bij het schrijven van een mail de boel ook nog eens gaan afkorten? Mogen we qua woorden eindelijk helemaal los, doen we het nog niet. Een mail verdient in mijn optiek gewoon een persoonlijk slotwoord. Zo ontving ik afgelopen jaren mails die onder meer waren voorzien van vriendelijke, liefdevolle, vrolijke, hartelijke en warme groeten. Kijk, van zo’n welgemeend einde krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Van Gr. ga ik alleen maar grommen. Grrrr…..;-)

vrijdag 22 november 2013

Droom

Door: Remco

Het Europees Parlement (EP) wil meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven las ik eerder deze week in het nieuws. Beursgenoteerde corporates in de EU zouden er voor moeten zorgen dat in 2020 40% van hun toezichthouders vrouw is. Het EP in Straatsburg ging akkoord met een wetsvoorstel dat het glazen plafond moet doorbreken. 

Nu tellen de raden van bestuur van de grootste EU-bedrijven slechts 17% vrouwen. Grote bedrijven zouden bij een selectieprocedure de voorkeur moeten geven aan een vrouw als de mannelijke kandidaten even geschikt blijken. Het EP wil ondernemingen straffen die daar geen zin in hebben.

Old-boys-networks
GroenLinks verwelkomt de uitslag van de stemming, las ik in hetzelfde schrijven. De partij wil ‘een einde aan de jaren 50-mentaliteit in de top van grote Europese bedrijven’, aldus EP’er Marije Cornelissen. ‘Het is tijd voor transparante selectieprocedures in plaats van old-boys-networks.’

Wake up call
Ik las de woorden van Cornelissen instemmend maar schrok tegelijk. Het betekende een wake up call zoals ik die wel vaker krijg op maatschappelijk terrein. Jaren geleden schreef ik al eens een groot artikel over dit onderwerp. Nu, in 2013, is het kennelijk nog altijd noodzakelijk om zo iets als ‘meer vrouwen  in de top’ bij wet af te dwingen. Klaarblijkelijk zijn vrouwen in de top nog altijd een uitzondering en voert het old boys network nog altijd het hoogste woord…

Wishful thinking
Het is wellicht naïef van mij, maar ik was dus werkelijk in de veronderstelling dat het op dit vlak inmiddels veel beter gesteld was. Hoe ik daar nu weer bij kom? Noem het maar wishful thinking. Of zoals gezegd en zo u wilt naïef. Of heb ik gewoon liggen pitten?
Hoe dan ook. Ik begaf mij richting mijn CD-collectie (ja, in sommige dingen ben ik zelf ook nog bijzonder old skool…) en pakte de CD Ruimtevaarder van dichter, tekstschrijver en kleinkunstmuzikant Stef Bos. Ik liet de CD in de CD-speler glijden en toetste zonder na te denken nummer  9 aan: Droom…

De avond was de ochtend
Ik werd wakker in de nacht
En alle dingen dansten voor m'n ogen
En ik zag

De wissel van de wacht
Vrouwen aan de macht
De wissel van de wacht
Vrouwen aan de macht

De regering was gevallen
Voor de wet van vrouwelijk schoon
De generaal bracht alleen nog maar
De kinderen naar school

Geen vrouw achter de schermen meer
Geen man als marionet
De koningin had met gevoel
De koning mat gezet

Het was mooier dan ik dacht
Wat ik zag vannacht
De wissel van de wacht
Vrouwen aan de macht

Nee vrouwen zijn geen engelen
Dat hoor je niet van mij

Maar heren alles moet veranderen
En het wordt langzaam tijd...
Voor een wissel van de macht
Vrouwen aan de macht
Dat is wat ik zag
In een droom vannacht
Ik zag de vrouwen aan de macht

En wat een mooie toekomst
Vrouwen aan de macht
Ze nemen ons uit eten
En ze betalen het gelag

Wij luisteren en lachen
Zij doen voor ons hun best
En ze maken carrière
En ze sterven van de stress

Het is mooier dan ik dacht
Wat ik zag vannacht
De wissel van de wacht
Vrouwen aan de macht

vrijdag 15 november 2013

Een klein verhaaltje

Door: Rob Witte, expert sociale en maatschappelijk vraagstukken bij Lokaal Centraal en bij 10sjuns

Er was eens een heel klein verhaaltje. Iedereen had ’t erover. Maar iedereen dacht ook dat ze ’t wel kende. En daarom leek het niets bijzonders. ’t Verhaaltje werd er ook wel eens mee gepest, met z’n lengte en schijnbaar geringe diepgang. Daar moest het kleine verhaaltje soms wel een beetje om huilen. 

Het kleine verhaaltje zat met z’n gedachten bij al die triestheid toen hij op een dag op een stil weggetje een enorm groot verhaal tegenkwam. Ze raakten elkaar bijna aan toen ze elkaar moesten passeren. Maar wat was dat? Dat enorme verhaal leek ook verdrietig. “Waarom ben jij nou zo verdrietig?”, vroeg het kleine verhaaltje, bijna verwijtend. “Jij bent toch enorm, groot en indrukwekkend?” Het grote verhaal keek het kleine verhaaltje doordringend aan en zei, een traan uit zijn linker ooghoek wegpinkend: “Ja,………. maar omdat ik zo alomvattend lijk, gelooft de helft van de mensen mij niet. Sommigen zijn zelfs oogverblindend vijandig tegen mij omdat ik zo veel te zeggen heb. En omdat ik zo enorm groot ben, is de andere helft van de mensen al halverwege mij in slaap gevallen en hoort het nooit het einde van mij.”

Het kleine verhaaltje dacht eens heel erg diep na – wel 22 meter. En langzaam aan stroomde een glimlach over zijn kleine verhalenwangetjes. Eigenlijk hoefde het kleine verhaaltje nooit meer verdrietig te zijn. Want al ben je dan misschien klein en al ben je dan misschien niet enorm en op het eerste gezicht niet  zo indrukwekkend, veel mensen luisteren je wel helemaal uit en geloven je ook. En veel mensen kennen je. En da’s best fijn eigenlijk…….

vrijdag 8 november 2013

Lekker bakkie koffie

Door: Lida

Een kop koffie komt uit een pad of uit een cupje. Dat is wat de jeugd straks denkt. In een steeds sneller tempo maken allerlei apparaten plaats voor snellere en efficiëntere exemplaren. Dit proces, de zogenaamde vooruitgang, is al eeuwenlang gaande. Toch overvalt me soms een soort weemoed naar dingen van vroeger. Niet omdat ze beter waren, wel omdat ze anders waren.

Een telefoon met een draaischijf, een fototoestel met een rolletje, een langspeelplaat voor op een  pick-up? Ik groeide ermee op, maar het zal mijn kinderen straks niets meer zeggen. Al jarenlang kijken mijn kinderen me af en toe verwonderd aan met een blik van ‘waar heeft ze het over’. Las ik vroeger verhaaltjes voor uit Jip en Janneke, dan sloeg ik er bewust een aantal over. Want waarom was de moeder van Janneke zo absurd blij met haar stofzuiger? Ja, ik wist dat die moeder het tapijt voor die tijd moest schoonmaken met een rolveger. Met een wat? Tja, het is dat ik mijn eigen moeder ermee rond heb zien lopen.

Natuurlijk vind ook ik het prettig dat foto’s meteen terug zijn te zien op het schermpje van mijn digitale camera. Maar ik kan me nog wel de opgewonden spanning herinneren als ik na dagenlang wachten eindelijk mijn vakantiefoto’s kon ophalen. Want hoe zag dat vakantievriendje er ook al weer uit? En wat te denken van het gevoel van een gloednieuwe lp in je handen? In een mooie platenhoes, met teksten aan de binnenkant. De inhoud van je platenkast liet iets zien van wie je was. Bij Spotify heb je geen last van krassen en heb je altijd overal je muziek bij je, maar toch.

Op mijn tablet staan 4.000 boeken op een piepklein sd-kaartje. Twee dingen weet ik zeker: die ga ik in dit leven niet meer uitlezen en in mijn boekenkast hadden ze niet gepast. Ontwikkeling is natuurlijk goed, het maakt ons leven vaak makkelijker. In ieder geval ogenschijnlijk, want ik weet nog steeds niet wat mijn mobiele telefoon allemaal kan. Te ingewikkeld.

Toch hoop ik dat sommige dingen gewoon blijven zoals ze zijn. Zoals de koffie. Want er gaat toch niets boven de geur van een vers gezet bakkie?

vrijdag 1 november 2013

Een gat is niet te vangen

Door: Philip Duba (gastcolumnist)

Ik loop naar het einde van de woonkamer, en weer terug naar de stoel bij de tafel. Als je beweegt, gebeurt er meer dan wanneer je blijft zitten. Voor me op tafel staat een kop koffie en daarnaast ligt een houten snijplank met twee belegde boterhammen. En de laptop, maar die staat daar altijd. Die boterhammen zijn er alleen ’s morgens. Ze zijn mijn ontbijt. Net zoals het koude glas water. Met koolzuur. Voor het opruimen van spinrag van de nacht. Nou ja, van de wijn. 

Vanmorgen was er iets geks. Toen ik het koffieapparaat aanzette en twee boterhammen uit de broodzak haalde, zag ik een groot gat in het midden van de tweede. Door het gat zag je de houten plank. Ik was even in de war. Raar gezicht. Ik realiseerde me ineens dat zo’n snee brood de drager van je beleg is. Zo had ik een boterham nooit bekeken. En een gat valt niet te beleggen. Ik doe altijd één met pindakaas en de andere kaas. De oplossing vond ik. Ik belegde de ongeschonden snee met pindakaas en met de kaasschaaf schaafde ik smalle plakjes ouwe kaas. Die legde ik zorgvuldig rond het gat. Zoals mensen handdoeken om een zwembad leggen.

Ik nam me voor om bij het eten te letten op wat er wèl was en niet op wat er nìet was. Ik miste niks. De komende dagen ga ik net zo te lijf. Me uitsluitend bezighouden met dat wat er is.


maandag 28 oktober 2013

Weer of geen weer

Door: Lida

Afgelopen weekend ging de wintertijd in. Dat woord is voor mij het signaal om de kast in te duiken op zoek naar dikke jassen, sjaals en handschoenen. Want de donkere dagen kruipen onverbiddelijk dichter bij. We hoeven vandaag maar naar buiten te kijken om ons te realiseren dat het weer blijkbaar kan klok kijken.

Code rood
Het is altijd weer spannend wat de winter ons gaat brengen. Wel of geen witte Kerst, eindelijk een Elfstedentocht, gladde wegen, een tekort aan strooizout, een aangepaste dienstregeling bij de NS of wellicht een code rood-weeralarm? Hoe dan ook, het weer zal ook deze winter weer het gesprek van de dag zijn. Net zoals dat ook in het voorjaar, de zomer en de herfst het geval is.

Wat een weer
Elke dag zeggen we in Nederland talloze keren tegen elkaar: ‘Wat een weer he?’.  Zijn we op vakantie, dan kijken we toch even wat het weer in Nederland ‘doet’. Komen we terug van een verblijf in het buitenland, dan vragen de thuisblijvers standaard ‘Hoe was het weer?’. Ierland en Schotland, toch echt de mooiste landen van Europa, mijden we ‘vanwege het slechte weer’. In plaats daarvan vertrekken we massaal naar het zuiden van Europa, ‘want dan ben je verzekerd van mooi weer’.

Aanpassen
Vandaag bedacht ik me dat die focus op de weersomstandigheden wellicht komt door de wisseling van de seizoenen. Dat maakt dat we ons elke keer moeten aanpassen. Al wandelend met mijn hond genoot ik afgelopen dagen van de mooie herfstkleuren. Toch is de kans groot dat ik over een aantal maanden door de sneeuw loop te stampen terwijl ik nog maar een paar weken terug  tijdens mijn wandeling liep te puffen van de hitte. Woon je heel dicht bij de evenaar of juist ver daar vandaan, dan weet je één ding zeker: het is de hele dag verzengend heet of steenkoud. Dus daar hoef je het verder niet over te hebben.

Onrustig
Het weer is nu eenmaal verweven met ons dagelijkse gang van zaken. Aan het weer meten we zelfs af hoe we ons voelen. Van de zon worden we vrolijk, van de sneeuw worden we weer kind, van storm worden we onrustig en van regen depressief. Door de seizoenen duren alle weersgesteldheden en de bijbehorende gemoedstoestand, nooit lang. Dus als ik komende winter mijn hond uitlaat terwijl een snijdende oostenwind me de adem af snijdt, dan weet ik een ding zeker: op een dag gaat de zon weer schijnen.

vrijdag 25 oktober 2013

Taalvoutje ;-)

Door: Conny

Een paar dagen geleden liep ik in het centrum van een grote stad. Dan hoef je alleen je ogen maar de kost te geven en dan heb je zo een top-tien van momenten van verbazing. Observeren is voldoende, je hoeft niet eens veel moeite te doen om ‘gekke’ dingen te zien. Ja, wat is ‘gek’ natuurlijk, alles is relatief. Wat voor de een de normaalste zaak van de wereld is, is voor de ander een bron van vermaak of (en dat is dan voor de persoon in kwestie wellicht minder leuk) ergernis.

Nu pretendeer ik niet een taalwonder te zijn. Alhoewel, taal is zeg maar echt mijn ‘ding’… Maar soms vraag ik mij af: hoe kan het. Ik liep dus in het centrum. Dat op zich was trouwens al een wonder, want het is tegenwoordig heel normaal dat er op zoveel mogelijk knelpunten in die grote stad tegelijk aan zoveel mogelijk straten of wegen wordt gewerkt. Wegversmallingen, extra verkeerslichten die altijd op rood staan (hoezo ergernis…), omleidingen, opengebroken straten, noem maar op. Maar ik laveerde netjes door alles heen en presteerde het nog om op tijd en zonder stress op mijn afspraak te komen ook.


Ik liep dus in het centrum: stoep opengebroken. Maar er waren voorzorgsmaatregelen getroffen zodat de voetgangers niet zomaar de stadse diepte in konden duiken, met allerlei lichamelijke (en wellicht op termijn ook geestelijke) ongemakken tot gevolg. Het opengebroken stuk was netjes afgezet met tientallen meters rood-wit gestreept lint. Op dat lint was keurig iedere meter aangegeven waarom de stoep was opengebroken: electriciteitskabel.


Tja, dan verbaas ik mij toch. Iemand heeft weer een ander iemand de opdracht gegeven dit (waarschijnlijk) meterslange lint te bestellen en te bedrukken. Maar is er dan niemand die ziet dat het niet electriciteitskabel is maar elektriciteitskabel? Daar verbaas ik mij nu over.



vrijdag 18 oktober 2013

De koning van het boekenbal

Door: Lida

Als kind was ik al verzot op lezen. In bed, op het toilet of aan tafel, kortom ik zat overal met een boek. ‘Kind, leg dat boek toch eens weg,’ verzuchtte mijn moeder regelmatig. Een zin die ik zelf richting mijn kinderen helaas nog nooit uitsprak, maar goed. Vanaf dat ik kon lezen, las ik. Van Rozemarijntje en Pietje Bell ging mijn aandacht naar de puberverhalen van Miep Diekman. Vervolgens door naar de romantiek van Konsalik en van lieverlee naar de Amerikaanse, Engelse en Scandinavische detectives en spionageromans. Maar er is één schrijver die er wat mij betreft met kop en schouders boven uit steekt en dat is Stephen King.

Films
King weet zijn zinnen zo te formuleren, dat ik meteen in de emotie, het landschap of een tijdsperiode beland. Via zijn boeken bezocht ik plekken, ontmoette ik mensen en beleefde ik situaties. Dat zijn boeken niet alleen tot mijn verbeelding spreken, blijkt wel uit het aantal boeken dat verfilmd is. Niet altijd even succesvol, maar het leverde zeker een aantal pareltjes op. Meesterlijke, aangrijpende en ontroerende films zoals The Shawshank Redemption, The Green Mile en natuurlijk The Shining. Grappig detail, in bijna elke verfilming speelt King een piepklein rolletje, hetzij als buschauffeur, passagier of als toevallige voorbijganger.

Dubbele persoonlijkheid
Een aantal boeken baseert King op ervaringen uit zijn eigen leven, waarbij hij vooral de vraag ‘wat als’ verder uitwerkt. Zo krijgt in het boek Misery een succesvol schrijver een auto-ongeluk en wordt hij langs de kant van de weg gevonden door zijn grootste fan. Die neemt hem in huis en zorgt op haar manier voor hem. Wellicht onnodig om te zeggen dat het niet goed met de schrijver af liep. King schreef het verhaal nadat hij zelf bij een auto-ongeluk betrokken was geweest. De boeken die hij uitbracht onder zijn pseudoniem Richard Bachman werden, zonder dat mensen wisten dat King hierachter zat, eveneens succesvol. Die dubbele persoonlijkheid was de grondslag voor zijn boek De Duistere Kant…Want ja, een beetje gestoord is King natuurlijk wel. Ik durf dat rustig te zeggen, hij zal dat zelf namelijk volledig beamen.

Deel van mijn leven
Waarom dit verhaal over Stephen King? Omdat het me deze week opviel dat elke avond een verfilming van één van zijn boeken te zien was. En ik realiseerde me dat hij al jarenlang via zijn boeken en de bijbehorende films, deel uitmaakt van mijn leven.
King wordt door sommige lezers verguisd en door velen mateloos bewonderd. Het zal u niet verwonderen dat ik tot die laatste groep behoor. Wat mij betreft is King koning!

vrijdag 11 oktober 2013

Opzij, opzij, opzij

Door: Lida
vrijdag 11 oktober 2013

Elke doordeweekse ochtend dirigeer ik mijn kinderen, mijn huisdieren en mezelf door de eerste uren van de dag heen. Zou iemand de moeite zou nemen om al mijn handelingen versneld in een film te zetten, zou dat wellicht een leuke slapstick opleveren.

Koffie
Kwart over 6, wekker gaat af. Nog donker. Ik stap slaapdronken uit bed, vind op de tast het lichtknopje, stommel naar de badkamer en ga vervolgens naar beneden. Hond stommelt achter mij aan. Beneden doe ik de verwarming aan en laat ik de kat naar binnen; twee minuten later wil dezelfde kat weer naar buiten, vraag me niet waarom. Ik vul het Senseoapparaat met water, het waterreservoir is namelijk altijd leeg. Daarna brood voor mezelf smeren, lunchpakketjes klaarmaken, kinderen roepen zodat ze zich kunnen douchen en aankleden. Hond eten geven. Het is bijna kwart voor 7 dus ik heb vier minuten tijd om mijn te krant te lezen en een kop koffie te drinken. Tussendoor spreek ik de kinderen nog drie keer bemoedigend toe en meld ik hen dat het de hoogste tijd is. Laatste slok koffie wegwerken en beneden aan de trap krijsen dat de kinderen nu toch ECHT hun bed uit moeten komen. Kat weer naar binnen laten en eten geven. Hond en kat uit elkaar houden. Eigen bord naar de keuken, ontbijt voor de kinderen klaar zetten.

Pubers
Zeven uur. Zelf naar boven voor een snelle douche. Daar genegeerd worden door twee chagrijnige pubers die zich met trage bewegingen aan het aankleden zijn. Zij hebben vooral geen haast. Tijdens douchen vragen beantwoorden in de trant van: Heb jij mijn passer, etui, sportkleren of Duitse boek gezien? Afdrogen, make-up op doen en aankleden voor ochtendwandeling met de hond.

Zwaaien
Half 8. Kinderen toespreken dat ze ontbijtspullen moeten opruimen. Daarna puber één de deur uitwerken, maar wel eerst tas checken. Ja, ik weet het, dat moet hij zelf doen, maar drie keer raden wie het mag oplossen als zijn ov-kaart ontbreekt of de sleutel van zijn fiets net in zijn andere jaszak zitten. Vriendelijk zwaaien door het raam. Laatste bordjes afwassen. Puber twee de deur uit werken. Extra check is hier niet nodig, vriendelijk uitzwaaien wel. Hond uitlaten. Onder weg praatje maken met andere hondenbezitters. Snel naar huis. Andere kleren en schoenen aan doen. Sleutels zoeken, zijn altijd kwijt terwijl ik ze echt op een vaste plek leg. Aanwezigheid van mobiel en leesbril checken. Hond aaien, kat aaien.

Haast
Blik op de klok werpen, bijna half negen. Wel een beetje opschieten, dan ben ik nog op tijd voor mijn werk. Zo, de dag kan eindelijk gaan beginnen. Ergens in mijn achterhoofd zingt de sonore stem van Herman van Veen:  …Wij hebben ongelofelijke haast…..

vrijdag 4 oktober 2013

Wij lopen. En onze tranen ook…

Door: Cyrille van Bragt (gastcolumniste)

Eind september van dit jaar trekt collega Remco Stunnenberg samen met zijn vriendin Cyrille van Bragt Blikkiesdorp in. Blikkiesdorp is een township aan de voet van de luchthaven van Kaapstad, Westkaap Zuid Afrika. Zij helpen die dag vier vrouwen met het zogenaamde Tin Can Town project. Dit project biedt de huisdieren in het township eten, directe medische hulp en medicatie. Cyrille schreef een aangrijpend verhaal over dit bezoek.

Zelfs het meest afgelegen hutje op de hei biedt tegenwoordig een wifi of hotspot aan. Met persoonlijke login. Zo kunnen we overal ter wereld social media gebruiken: inloggen op Facebook & Twitter. Op die manier ontstaan legio mogelijkheden. Zo zou ons bezoek aan Zuid Afrika niet compleet zijn geweest zonder een ontmoeting met Rosie, Dinielle , Clarina en Nikki, de meiden van het Tin Can Town project. Via Facebook hadden wij daar al het nodige over gelezen en gezien.

 


Uit het zicht
Na het nodige heen en weer mailen in Facebook komt het tot een afspraak om koffie of Rooibosthee te drinken met Nikki. Locatie: een plaatselijke biologische markt. Na een geanimeerd gesprek worden we uitgenodigd om de volgende dag mee te gaan naar 'Blikkiesdorp'. Blikkiesdorp (Tin Can Town) is één van de allerarmste townships van Cape Town. Het is ontstaan ten tijde van de Worldcup 2010 in Zuid Afrika. Alle dak- en thuislozen werden verplaatst naar een afgelegen plek nabij het vliegveld. Uit het zicht van de camera's en Worldcup bezoekers uit alle windstreken. Blikkiesdorp was een feit.

Schrijnend
De bewoners van Blikkiesdorp (blank, zwart en kleurling) kampen met enorme armoede, werkloosheid, ongeletterdheid en gebrek aan educatie. Daarnaast is er nog een ander schrijnend probleem; Blikkiesdorp heeft een aanzienlijke groep inwoners die honger hebben en verstoken zijn van medische hulp, de huisdieren. Samen met de andere drie meiden bezoekt Nikki het township om de week. “Gewapend” met een jeep vol honden- en kattenvoer en diermedicatie. Wij vliegen de volgende dag terug naar Nederland, maar willen dolgraag een bijdrage leveren aan dit in onze ogen prachtige project.
Volgestouwd
De volgende ochtend worden we om 8 uur voor ons Backpackers Youth Hostel opgewacht. Ons gehuurde witte koekblik vervoert ons, al onze bagage en een teamlid. De jeep die voor ons uitrijdt heeft drie mensen aan boord en is volgestouwd met zakken honden- en kattenbrokken en dozen medicijnen. Op het dak ligt een grote volle waterzak. We zijn laat zo blijkt wanneer we Blikkiesdorp binnenrijden. Een kluitje mens en dier staat trappelend op ons te wachten.

Volwaardig
We hebben totaal geen voorstelling van wat we eigenlijk gaan doen, behalve dan dat we dierenvoer gaan uitdelen. Maar het projectteam windt er geen doekjes om. Er zijn drie stations. We zijn volwaardig teamlid en worden dus ook direct als zodanig ingezet. Gewoon doen dus. Opdracht één: stations inrichten, zorgen dat iedereen in een rij gaat staan én... Zorgen dat er niets gejat wordt. Zonder dierenkaart geen voer. En zonder stempel op de dierenkaart van het medische station eveneens geen voer. De regels zijn simpel en wanneer er niet geluisterd wordt schreeuwt iemand van het team in het Zuid Afrikaans of Engels wat wél de bedoeling is.
De leegte staart ons aan
We zien honden die gebruikt worden in hondengevechten. We halen mensen over hun dier te laten steriliseren. Kijken in oren van pups. Bepalen het geslacht. Vullen kaarten in met gegevens. Zijn getuige van honden die geslagen worden of aan hun oren worden getrokken. Direct grijpt het team in. We spreken moeders, dochters en oma's. Vaders en opgeschoten jongeren. Zwarten, blanken en kleurlingen. We houden pups vast om te kijken of ze schurft hebben en geven de allerkleinsten ontwormingskuren. We krijgen pups aangeboden, die we niet mee kunnen nemen. We delen voedsel uit voor katten en honden. We kijken in de ogen van kinderen die geboren zijn onder het juk van mama's alcoholprobleem. We zien niets in die ogen. De leegte staart ons aan. Maar tegelijkertijd zien we zoveel ineens dat het ons letterlijk en figuurlijk de adem beneemt. We laten geen traan. Vermannen ons en werken zij aan zij met vier vrouwen die we pas net kennen. Vier prachtige krachtige dames die zich in Tin Can Town inzetten voor de dieren. We ervaren. Voelen de pijn. Leren in een heel korte tijd hoe de onmacht voelt bij het zoveelste dier dat veel te mager is. We worden snel duidelijker. 'Geen pup? Dan geen kaart! Geen kaart is geen voer. Jij gaat nu die pup halen en je komt hem aan mij laten zien. Begrepen?!? Volgende!'

In stilte
Na twee uur moeten we gaan. We laten Blikkiesdorp achter ons om onze vlucht te halen. We zwaaien naar de meiden, naar de inwoners van het township. We aaien nog één keer die kleine zwarte pitbull die we écht niet mee kunnen nemen en de vaste zwarte bezoeker van station twee die we hebben verlost van plastic. Dan rijden we weg. In stilte.

Wanneer we de luchthaven oplopen is het contrast zo groot dat het geen woorden heeft. Wij dragen deze vier mooie vrienden en al die dieren die we vandaag zagen, voelden en hebben geholpen mee in ons hart.

Wij lopen. En onze tranen ook...


vrijdag 20 september 2013

Duurzaamheid… Goed voor de wereld en de economie/werkgelegenheid

Door: Remco
Vrijdag 20 september 2013

De thema’s klimaat en duurzaamheid nemen terecht een steeds prominentere positie in op zakelijke beleidsagenda’s. Zo is het allang niet meer de exclusieve hobby van “groene ridders” op geitenwollen sokken om commerciële doelstellingen te rijmen met duurzaamheid. Sterker, juist bij bewuste, moderne ondernemers en ondernemingen gaan geld verdienen en duurzaamheid steeds vaker hand in hand. 

Deze trend rechtvaardigt de vraag of het bedrijfsleven het stokje op het vlak van duurzaamheid van de overheid heeft overgenomen. Maar hoe het ook zij, als gezegd realiseren steeds meer ondernemingen en organisaties zich dat de wereld verandert en dat zij duurzaamheid goed moeten organiseren. Immers, wanneer “we” blijven consumeren zoals we nu doen, hebben we op termijn zes werelden nodig. Aangezien die er niet zijn, rest ons niets anders dan onze leefwijze aan te passen.

Deze urgentie maakt duurzaamheid tot dé economie van morgen. Cradle to cradle vormt hierbij een voornaam sleutelbegrip. Dit principe stelt “ons” in staat de biodiversiteit te herstellen. Andere voorname begrippen zijn creativiteit, innovatie en (onvoorwaardelijke) kennisdeling. 

Is dit eng? Iedere vorm van verandering kan eng zijn. Echter, zie het niet als bedreiging maar draai het om; kijk vooral eens naar de vele kansen die duurzaamheid biedt. Het gelijk van deze boodschap zien we bijvoorbeeld heel sterk terug op de Duitse arbeidsmarkt. Daar werken vandaag de dag ruim 400.000 mensen in de duurzame-energiesector. Daarmee is het aandeel banen binnen deze sector sinds 2004 meer dan verdubbeld. Met name de Duitse biogasindustrie laat een enorme stijging in arbeidsplaatsen zien. 

Kortom, het is de hoogste tijd voor een duurzame transitie in ons land. Een transitie waarbij ook de politiek niet mag en kan ontbreken. Gebeurt dit niet vanwege een betere wereld, laat dan de werkgelegenheid een voorname motivatie zijn…

vrijdag 13 september 2013

Geen natuurlijke dood

Door: Lida
vrijdag 13 september 2013

Vanmorgen doodde ik een spin. Daar had ik geen goede reden voor. Het dier bedreigde me niet met de dood, ik ben niet van plan hem (of haar) op te eten en ik wil hem ook niet als trofee aan de muur hangen. Het was gewoon een kwestie van blinde paniek. Ik zag acht poten op me af rennen en toen bleek mijn slipper sneller dan mijn verstand.


De spin was bijna zo groot als mijn hand. Tenminste, dat dacht ik. Nu hij met opgetrokken pootjes in de hoek van de kamer ligt, begin ik aan mijn eerdere waarneming te twijfelen. De spin ligt daar nog omdat ik hem aan mijn zoons wil laten zien. Ze vinden me namelijk nogal een 'softie'. Maar nu kan ik aantonen dat hun moeder heus in staat is haar gezin te verdedigen als de nood echt aan de man is. Alleen voel ik me na hun gemompeld ‘Is dat alles’ wel wat schuldig over het doden van de spin.

Helaas kan ik de spin ook geen eervolle vermelding bieden op Facebook. Normaal zou ik van zo’n gebeurtenis een leuk fotootje maken en er een grappig verhaaltje bij plaatsen. En daarna zouden er heel veel likes verschijnen. Maar als vegetariër kun je dat niet doen. Dat zou namelijk talloze dreigberichten en filmpjes van mishandelde spinnen opleveren van andere Facebook-dierenvrienden.

Deze column is dus alles wat ik de spin op dit moment kan bieden. Dan is zijn dood tenminste niet helemaal zinloos geweest. Alleen....terwijl ik dit schrijf, zie ik dat de spin niet meer in het eerder genoemde hoekje van de kamer ligt. Ik realiseer me dat de spin uit lijfsbehoud zijn dood hoogstwaarschijnlijk in scene heeft gezet. Ik hou veel van dieren, dus daar ben ik natuurlijk heel blij om. Nu alleen nog even kijken waar mijn slippers zijn...